30 september 2021
De thuiszorg staat voor je klaar. Maar wat als je ’s nachts hulp nodig hebt? Dan is er het mobielnachtzorgteam van Zuidzorg. In Zuidoost Brabant komen ze naar cliënten toe voor zorg die niet tot de volgende ochtend kan wachten. Een afwisselende baan in het donker.
Ze werken altijd in het donker, Sonja Hoeks en Ingrid Gerlings. De verpleegkundige en verzorgende binnen het mobielnachtzorgteam van thuiszorgorganisatie Zuidzorg komen naar cliënten toe wanneer zij tussen 23.00 en 7.00 uur hulp nodig hebben. “De thuiszorg van overdag nemen wij ‘s nachts over”, zegt Sonja. “Alleen gaat het bij ons niet om vaste zorg, maar om noodsituaties. Denk aan een stomalekkage, een val, medicijnen die gespoten moeten worden, problemen met de katheter, of een wond die opengaat. Zorg die niet tot de volgende ochtend kan wachten, zeg maar.”
Meldingen
Sonja en Ingrid werken in een team van zes verpleegkundigen en drie verzorgenden, waarvan er drie per nacht dienst hebben. Mensen die zijn aangesloten bij een thuiszorgorganisatie, kunnen een speciaal nummer bellen als ze na 23.00 uur hulp nodig hebben. Dit zijn niet alleen cliënten van Zuidzorg zelf; het team voert de nachtzorg ook uit voor andere thuiszorgorganisaties in de regio. En de huisartsenposten van Eindhoven en Veldhoven weten het mobielnachtzorgteam te vinden voor zorgvragen waar de huisarts niet direct zelf heen hoeft, zoals het plaatsen van een katheter. Maar de meeste meldingen komen van mensen met een alarm. Via een centrale komt de melding bij de verpleegkundigen terecht. “Soms weten we van tevoren niet wat er aan de hand is”, vertelt Sonja. “Als mensen boven zijn en het alarmkastje staat beneden, is voor de centrale niet te horen waarom ze op het knopje hebben gedrukt. Dus dat betekent meestal snel schakelen wanneer we ergens zijn. Het komt wel eens voor dat mensen rustig liggen te slapen. Dan hebben ze per ongeluk op het knopje geduwd.”
Afwisselend
Negen van de tien keer zijn de meldingen terecht en springt het mobielnachtzorgteam in de auto. Met best een groot werkgebied in Zuidoost Brabant leggen ze heel wat kilometers af. “Mijn laatste nacht was 174 kilometer”, illustreert Sonja. “En dat voor drie bezoekjes.” Hoeveel zorgvragen er in een nacht komen, is wisselend. “Soms zijn het er twintig op een nacht, soms twintig in een week”, zegt Ingrid. “Juist dat onvoorspelbare maakt het werk leuk; je weet van tevoren nooit wat je die nacht kunt verwachten.” Zo stond Ingrid pas nog met de politie, brandweer én ambulance bij iemand voor de deur omdat de sleutels niet klopten. “Het was een hele toestand om de deur bij de centrale ingang én bij het appartement open te krijgen. Eenmaal binnen had de cliënt inmiddels zo’n ernstige bloeding dat hij gelijk met de ambulance mee moest. Dat zijn uitdagende situaties waarbij je op je eigen kennis en kunde bent aangewezen om het zo goed mogelijk op te lossen.”
Meerwaarde
Het contact met cliënten is in de nacht vluchtiger dan overdag. “Het gaat vaak om een eenmalig moment”, zegt Ingrid. “Je bouwt niet echt een band op. Maar soms zitten we toch om 3 uur ’s nachts met iemand aan een kopje thee.” Cliënten zijn vaak dankbaar dat er zelfs in de kleine uurtjes zorg is. Sonja: “Geregeld excuseren mensen zich. ‘Sorry, hebben we je nu wakker gemaakt?’, zeggen ze dan. Nergens voor nodig natuurlijk. Wij zijn hoe dan ook aan het werk en mensen hebben dat alarm niet voor niets.” Sonja en Ingrid zien het juist als een dankbare taak mensen ook ’s nachts te kunnen helpen. “Dankzij deze dienst kunnen veel mensen langer thuis blijven wonen. Waardevol toch? Daar dragen we graag aan bij.”