Je kunt er beter iets van maken


16 april 2018


Ze zit in een rolstoel en gaat al dertig jaar met twee stoma’s door het leven. Maar daar zul je Will van Baast (78) niet over horen mopperen. Ze geniet van haar kleinkinderen, cultuur, bridgen en van de vakanties bij haar dochter in Italië.

“Van klagen houd ik niet. Ja, er gebeuren weleens dingen in je leven die niet leuk zijn. Maak er dan toch maar het beste van, zeg ik altijd.” Dappere woorden voor iemand die zelf met de nodige tegenslag te maken kreeg. Will van Baast (78) zit al ruim dertig jaar in een rolstoel en heeft twee stoma’s: een ileostoma en een continent-urinestoma. Behendig rijdt ze met de rolstoel door haar huis, een appartement in een licht seniorencomplex in de bossen van Maarn. Buiten ruikt het lekker naar bos. Een fijne plek om te wonen, vindt ze zelf. 


Ingrijpende verandering

Het begon allemaal ruim dertig jaar geleden, toen ze meerdere keren geopereerd moest worden aan een hernia. De operaties verliepen niet goed, waardoor ze tot aan haar middel verlamd raakte. Ze belandde in een rolstoel en kreeg twee stoma’s. Het leven veranderde ingrijpend. Twee jaar moest ze revalideren in een revalidatiecentrum en er moest een aangepaste woning komen. Haar man kon er niet mee omgaan. “Hij verliet me, vond dat ik niets meer kon. Ergens begrijp ik wel dat hij er moeite mee had, maar toch was ik in het begin best kwaad.” Nog een geluk, zegt ze, dat haar dochters al op zichzelf woonden en geen zorg meer nodig hadden. “Het was een moeilijke tijd, maar we hebben er weer iets van gemaakt. Alleen heeft mijn oudste dochter Sandra geen contact meer met haar vader. Ik vind het jammer dat haar dochter haar opa niet kent. Verder wil ik er niet te veel over zeggen. Het was zwaar, maar het is allemaal al zo lang geleden.”
Er kwam een aangepast huis en Will maakte er wat van. Gelukkig kreeg ze veel hulp van anderen. In de twee jaar dat ze revalideerde, haalden haar zus en zwager haar elk weekend op uit het revalidatiecentrum en verzorgden haar.


Cultuurliefhebber

In het seniorencomplex waar ze inmiddels woont, heeft ze het erg naar haar zin. “Ik woon hier heerlijk, heb een fijne groep vrienden waarmee ik veel onderneem. De groep, zo noemen we onszelf. We gaan altijd iets doen: naar museum, een klassiek concert, wandelen in het bos of een leuke stad bekijken. Ik zit in de commissie die alles regelt. Ik ben een echte cultuurliefhebber. Ook bridgen we elke week, dat is mijn grote hobby. Koken doe ik nog zelf, we eten vaak met een groepje samen. En in de zomer zitten we graag buiten.” 

De stomaverzorging doet ze grotendeels zelf. “Twee keer per dag heb ik thuiszorg. Ik heb vier vaste verzorgsters, heel aardige meiden, die mij helpen met opstaan, wassen en aankleden. ‘s Middags verschoon ik mijn stoma zelf.”
In het weekend is Will vaak bij haar jongste dochter Hilde en haar gezin: twee kleinzoons en een kleindochter. Ook komen ze regelmatig bij haar langs, want ze wonen niet ver weg. “Hoewel de kinderen wel meer hun eigen leven krijgen. Geen wonder, ze zijn elf, dertien en vijftien.” 


Florence

Elk jaar gaat Will veertien dagen naar Italië, naar haar dochter Sandra. “Zij werd verliefd op Massimo, een Italiaan, en woont nu al jaren met hem in Prato, een voorstad van Florence in Toscane. Heerlijk om mijn kleindochter Giulia te zien. Ze kan goed leren, doet dit jaar eindexamen. Ze spreekt vloeiend Nederlands en Italiaans.” Als Will daar is, woont ze in het gastenhuis in de tuin. Een Italiaanse privé-verpleegkundige, Ivana, helpt haar met de verzorging van haar stoma. Het is zo fijn om daar te zijn, zegt Will, die inmiddels aardig Italiaans spreekt. “Het is vaak mooi weer, heerlijk om dan daar in de tuin te zitten. We maken uitstapjes in Florence en omgeving, bezoeken musea, gaan naar concerten. Ik ben dol op Italiaans eten, met een goed glas wijn erbij. Ik blijf niet wekenlang, want ik wil niet dat Sandra en Massimo steeds voor mij thuis moeten blijven. Dat doen ze graag, zeggen ze, maar daar voel ik me toch bezwaard over.”


Niet klagen

Niet kijken naar wat je niet kunt, maar naar wat je nog wel kunt: dat is het credo van Will. “Ik kan nog best veel. Natuurlijk moet ik wel wat meer regelen, als ik ga vliegen bijvoorbeeld, maar dat ben ik gewend. Sommige mensen klagen zoveel, dat is voor jezelf niet fijn maar ook niet voor anderen in je omgeving. Bovendien heeft het geen zin, je kunt er beter iets van maken.”