"Ik weet dat ze naar me kijken. Nou, ga je gang"


11 oktober 2022


In zijn jeugd lag Rob Beckers (61) in totaal maar liefst vijf jaar in het ziekenhuis. Hij weet hoe het is te worden gepest en nagestaard. Of afgewezen. Ook heeft hij al zijn hele leven elke dag pijn. Toch staat Rob volop positief in het leven! “Ik ben door schade en schande wijs geworden.” De Eindhovenaar vertelt…


“Ik zeg altijd: als je dan iets moet mankeren, kan je het maar beter aangeboren hebben. Ik kwam ter wereld met een open rug. Daardoor groeide ik op met een beenlengteverschil van vijftien centimeter, wat in de loop van mijn jeugd met tig operaties is teruggebracht tot zeven. Ik heb nooit geweten wat het is om hard te lopen, te voetballen of wielrennen. Maar daardoor weet ik ook niet wat ik mis. Het lijkt mij heftiger wanneer je gezond bent en door een ongeluk ineens veel minder kan. Ik heb in ieder geval nooit hoeven wennen aan een nieuwe situatie.”


Moeilijke jeugd

“Neemt niet weg dat ik er tijden waren dat ik flink van mijn handicap baalde. Ik heb een moeilijke jeugd gehad. In de periode tot mijn achttiende jaar heb ik in totaal vijf jaar in het ziekenhuis gelegen vanwege operaties en ingrepen aan mijn heup en benen. Ik was dat gips behoorlijk beu. En natuurlijk was het moeilijk voor me dat ik niet kon meedoen met buiten spelen of voetballen. Tot overmaat van ramp werd ik op de basisschool en de middelbare school ook nog gepest om hoe ik liep. Pas toen ik op mijn 17e naar de MEAO ging, was dat over. Daar hing een hele andere sfeer; iemand uitschelden om iets waar hij niets aan kon doen, werd niet getolereerd. Daar voelde ik me voor het eerst geaccepteerd.”


Afgewezen

“Later kwam ik de afwijzing vanwege mijn handicap in een andere vorm wel weer tegen. In de kroeg bijvoorbeeld, in mijn twintiger jaren. Ik heb regelmatig meegemaakt dat ik aan de bar zat te kletsen met een leuke meid. Stond ik op om naar de wc te gaan, kwam ik terug, was dat meisje pleite. Ik weet niet wat dat is, mensen schrikken ervan als je anders bent. Ook tijdens sollicitaties heb ik vaak te maken gehad met vooroordelen. Eén bedrijf vroeg me hoeveel subsidie ze zouden krijgen als ze mij zouden aannemen. ‘Weet je wat we doen?’ zei ik, ‘We beëindigen het gesprek hier.’ Kom op, ik ben geen melkkoe! Ik wil aangenomen worden op basis van mijn kwaliteiten. Je mag me afrekenen op hoe ik mijn werk doe, hoe ik omga met klanten. Maar niet op het feit dat ik moeilijk loop. Ik accepteer anderen zoals ze zijn, en dat verwacht ik ook terug.”


Take it or leave it

“Vroeger kon ik me heel druk maken om die pesterijen. Was ik bezorgd over wat mensen van me vonden. Maar dat heb ik snel afgeleerd, want het is zo zonde van je energie. Hoe ik dat heb gedaan? Ik weet het niet, het ging vanzelf. Op een gegeven moment zette ik de knop gewoon om. Take it or leave it. Ik weet inmiddels; negatieve reacties zeggen meer over die mensen zelf dan over mij. Wat mijn vrienden, familie en collega’s van me vinden, trek ik me aan. Maar voor de rest? Echt, het gaat het ene oor in en het andere oor drie keer zo hard weer uit. Ik weet dat er naar me gekeken wordt. Nou, ga je gang. Al kan ik zelf wel iets leukers bedenken om naar te kijken.” 


Altijd gewerkt

“Ondanks mijn beperkingen heb ik altijd een houding gehad van ‘ik doe gewoon mee’. Zo heb ik, ziekenhuis of niet, toch al mijn diploma’s gehaald. En in mijn volwassen leven heb ik altijd gewerkt. Ik heb een rijbewijs op zak, trek regelmatig met mijn vrouw door Europa, sta vaak bij concerten, zit om de week in het stadion. Waarom niet, ik ben toch niks minder dan een ander? Ik zeg altijd: ‘dat kan ik niet’ ligt op het kerkhof, en ‘dat wil ik niet’ ligt ernaast. Ik zie regelmatig mensen met een beperking die niet willen werken, niet naar een concert durven… Zo ken ik iemand die hetzelfde heeft als ik en zijn hele leven nog geen dag heeft gewerkt. Dat is niks voor mij, nog niet bekant!”


Denken in mogelijkheden

“Ik denk in mogelijkheden, wil mijn leven ten volle leven. En de pijn neem ik op de koop toe. Ik heb toch sowieso elke dag pijn in mijn rug. De ene dag is beter dan de andere, maar ik weet inmiddels dat ook die slechte dagen voorbijgaan. Mensen vragen soms: hoe doe je dat, leven met elke dag pijn? Natuurlijk is het vreselijk! Maar wat heb ik eraan om daarin te blijven hangen? Wordt de pijn minder als ik chagrijnig ben? Een enkele keer denk ik: vandaag is niet mijn dag. Dan accepteer ik dat het even niet lukt. Maar de volgende dag ben ik er weer.”


Aan de kant

“Mijn doorzettingsvermogen heb ik wel mee, denk ik. Ik heb een mentaliteit van ‘dat moet en dat zal’. Ik weet nog dat ik op mijn elfde in het ziekenhuis lag. Twee dagen voor Pasen kwam de orthopeed vertellen dat mijn gips eraf mocht. Ik vroeg: wanneer mag ik dan naar huis? ‘Als je je been kan buigen’, was het antwoord. Ik ben gaan zitten en heb met beide handen mijn voet gepakt en naar mijn buik getrokken, zodat mijn knie boog. ‘Is dit voldoende?’, vroeg ik. Ik verrekte van de pijn, maar ik mocht naar huis.”


Op de piste

“Het stomste wat je kan doen, is tegen mij zeggen dat ik iets niet kan. Dan ga ik het tegendeel bewijzen, sowieso! Zo werd mij gezegd dat wintersport niet voor mij was weggelegd. Met mijn benen zou ik die piste toch niet op kunnen. Nou, daar zag ik wel een uitdaging in. Ik heb een schoenleverancier gezocht die een aangepaste skischoen voor me wilde maken. En met hulp van een vriend die skileraar was, heb ik zeven jaar achter elkaar op die piste gestaan. Helaas is die vriend in 2007 overleden. Maar ik heb er mooie herinneringen aan. Ik kan het iedereen aanraden: denken in mogelijkheden. Juist als er door een beperking dingen zijn die niet lukken, is het extra belangrijk te gaan voor wat je wél kan.”


Concerten, voetbalwedstrijden, reizen door Europa… Rob vertelt hoe hij ondanks zijn handicap het leven viert. Lees het hier.