2 maart 2020
Ook als je iets naars hebt meegemaakt, kun je
nog veel uit het leven halen, weet Gwen van Rosmalen (39). Ze kreeg een
herseninfarct en kwam daarna door een ongeluk in een rolstoel terecht. Maar
haar glas is altijd halfvol. “Dat ik nooit meer kan lopen, heb ik
geaccepteerd.”
Haar motto staat getatoeëerd op haar schouder: life won’t wait. Het past precies bij hoe Gwen van Rosmalen in het leven staat: je moet het zelf doen, er altijd het beste van maken. Ook als het leven soms keihard voor je is. En als iemand weet wat dat betekent, is het Gwen bij wie het noodlot twee keer achter elkaar toesloeg.
Op haar 28ste had ze het helemaal voor
elkaar. Een leuke baan als intercedente bij een uitzendbureau. Een lieve
vriend, met wie ze samenwoonde. Altijd aan het sporten in haar vrije tijd. Tot
ze in 2009 maandenlang last kreeg van knallende hoofdpijn en tintelingen in haar
vingers. Artsen konden niets vinden. “Slik maar paracetamol, kreeg ik te horen.
Dat hielp alleen nauwelijks. Ik moest zelfs minder gaan werken, zo’n last had
ik ervan. Tot ik op een dag wakker werd, heel warrig was en het gevoel had dat
mijn hoofd uit elkaar knalde.” Een herseninfarct door een ontsteking van een
bloedvat in haar hoofd, bleek in het ziekenhuis.
“Artsen snapten er niets van: hoe kon een
jonge, sportieve, gezond levende vrouw nou een beroerte krijgen? De oorzaak van
de ontsteking is trouwens nooit gevonden. Gelukkig was ik niet verlamd en kon
ik gewoon praten. Wel moest ik maandenlang intensief revalideren omdat ik geen
tijdsbesef meer had en geen klok kon kijken. Na een jaar intensief revalideren
kwam dat weer goed. Hoofdpijn heb ik trouwens nooit meer gehad.”
Wéér revalideren
Toen Gwen in 2010 voor de laatste keer naar therapie fietste, werd ze aangereden door een vrachtwagen. Terwijl zij door groen reed, sloeg de chauffeur een weg in waar hij niet in mocht. Gwen werd meters meegesleurd. “Ik wilde opstaan, maar dat lukt niet. ‘Help me, ik voel mijn benen niet meer’, schreeuwde ik. In het ziekenhuis bleek dat ik mijn rug had gebroken. De arts vertelde dat ik verlamd was vanaf mijn navel. Mijn vriend en familieleden moesten huilen, maar ik kon dat niet. Daar gaan we weer, dacht ik. Nu had opnieuw iedereen verdriet om mij, dat vond ik zo erg.” Tijdens een operatie werd haar rug vastgezet. Daarna moest ze wéér naar het revalidatiecentrum. “Ik was er lopend uitgekomen en ging er per rolstoel weer in. Toch had ik er bijna zin in, ik wilde knokken om weer zelfstandig te worden. Zo moest ik veel oefenen met mijn rolstoel, me leren aankleden, douchen en in bed gaan liggen. Steeds als ik er iets bij leerde, kreeg ik een stukje vrijheid terug. Dat voelde als een overwinning op mezelf. Door dat revalideren kan ik nu alles zelf doen en heb ik geen hulp nodig van anderen. Ons huis is aangepast, zodat mijn vriend Bram en ik er konden blijven.”
Opnieuw zelfstandig
Na haar revalidatie pakte Gwen haar leven weer op. Om te overleven had ze haar gevoel jarenlang uitgeschakeld. Pas een paar jaar na het ongeluk kwam het verdriet. “Een psycholoog leerde me dat ik te snel over dingen ben heengestapt. Verder kwam de kwaadheid op de vrachtwagenchauffeur naar boven, om wat hij mij heeft aangedaan. Maar dat kostte me zóveel negatieve energie. Dankzij psychotherapie kreeg ik meer rust. Ik besefte: ik ben blij dat ik nog leef, het had nog veel erger kunnen zijn. Daarbij heb ik mijn ouders nog, mijn vriend, familie en mijn vrienden. Ook leerde ik dat ik mijn eigen gevoel mag volgen. Daardoor durf ik nu af en toe nee te zeggen als iets niet bij me past.”
Heel open
Omgaan met de beperkingen was in het begin lastig. Inmiddels weet ze niet beter. “Ik zit al tien jaar in die rolstoel. Dat ik nooit meer kan lopen, heb ik geaccepteerd. Je hoort weleens dat er niet mét maar óver mensen in een rolstoel wordt gepraat. Daar heb ik totaal geen last van. Dat is ook omdat ik heel open ben, dat zien mensen. Ik ben altijd mezelf en je kunt mij alles vragen. Wat je geeft, krijg je terug.”
Dat ze geen controle heeft over haar blaas,
vindt ze het allerergste. “Als ik vandaag zou mogen kiezen tussen weer lopen of
controle over mijn blaas, zou ik absoluut voor het laatste kiezen. Mijn blaas
is overactief. Ik moet vijf tot zeven keer per dag katheteriseren. Moet altijd
letten op hoeveel ik drink en overal zoeken naar een invalidentoilet. ‘s Nachts
ben ik vaak nat. Dat is de ergste nasleep van het ongeluk, mensonwaardig
gewoon. Daar ben ik helemaal klaar mee. Binnenkort ga ik naar een uroloog,
hopelijk is er een oplossing.”
Handbiken tegen de berg op
Wie Gwens naam googelt, ziet vrijwel alleen
maar foto’s van haar met haar handbike. Want al zit ze al jarenlang in haar
rolstoel, sporten vindt ze nog net zo belangrijk als vroeger. Ze doet aan
fitness en is een fanatieke handbiker. Haar bovenlichaam is dan ook heel
gespierd. “Sporten is mijn uitlaatklep en ik houd mijn lichaam er sterk mee. Ik
krijg er enorm veel energie van.” Ze fietste al naar de top van de Galibier in
de Franse Alpen, op 2645 meter. Ook beklom ze per fiets twee keer de
Kaunertalergletscher (2750 meter) in Oostenrijk, tijdens de HandbikeBattle.
Omdat de benodigde materialen en persoonlijke begeleiding kostbaar zijn,
richtte ze de Newlife-foundation op, genoemd naar haar nieuwe leven waarvan ze
een succes wil maken. Dit jaar wil ze de Mont Ventoux bedwingen.
Daarnaast doet ze vrijwilligerswerk. “Op een
basisschool lees ik kleuters voor en help ik met knutselen. Verder geef ik
gastlessen op middelbare scholen over verkeersveiligheid.”
Gelukkig is ze een optimistisch mens, haar
glas is altijd halfvol. “Door wat me is overkomen, waardeer ik alles meer. Ook
als je iets naars hebt meegemaakt, kun je nog veel uit het leven halen. En het
leven kan zo voorbij zijn, dus geniet ik ervan. Ik hoop dat ik, samen met mijn
lieve vriend Bram, op een gezonde manier heel oud wordt.”
newlife-foundation.nl