29 februari 2024
Humor en een flinke portie positiviteit. En altijd vragen en onderzoeken hoe het beter kan. Eugénio van Dijk (61) over hoe hij tegen zijn colostoma aankijkt. “Een stoma zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn.”
“Een aambei of een poliep, dat zou het vast zijn. Maar de uitslag van het bevolkingsonderzoek pakte anders uit. ‘Meneer, u heeft een groot kankergezwel in uw endeldarm en het is kwaadaardig. En dat moet er zo snel mogelijk uit.’ Nou, dan weet je even niet waar je het zoeken moet. Achteraf zie ik in dat ik toentertijd wel erg vaak naar het toilet moest. Maar dan denk je: het zal de ouderdom wel zijn, of misschien iets verkeerds gegeten. Maar kanker? Nee, dat niet. Ondanks de verbijstering en schrik voelde ik na de diagnose vooral strijdlust. ‘Het kan wel wezen dat ik een tumor heb, maar ik ga winnen, de kanker niet’, was mijn reactie. Ik voelde écht: mijn lichaam is zó sterk, dit gevecht win ik. Punt.”
Colostoma om te overleven
“Toch is dat soms makkelijker gezegd dat gedaan. Het gezwel bleek zo groot te zijn, dat het niet operabel was. Het gevolg: vijf weken lang aan de chemo’s en bestralingen. De tumor werd daardoor kleiner, maar toch vertrouwde mijn behandelend specialist het niet helemaal. Hij stelde voor om in het AVL in Amsterdam een second opinion te doen. Daar vonden de artsen dat ik snel geopereerd moest worden, anders zou het mis gaan. Er werd me verteld dat ik een colostoma zou krijgen. Een gek, onwennig idee. Terwijl ik ook wist: om te overleven, heb ik een stoma nodig. Zo simpel was het.”
Nooit meer bang voor hoge nood
“Op 2 maart 2020 kreeg ik mijn stoma. Natuurlijk was dat wennen. Zeker in het begin heb ik enorm zitten hannesen. Maar ik had al snel door: je moet niet te veel stilstaan bij de negatieve dingen, want dan heb je geen leven meer. Er zitten ook positieve kanten aan een stoma. Zo bespaar ik veel geld op wc-papier. Plus ik hoef nooit bang te zijn voor hoge nood of te zoeken waar een toilet is. En doordat ik door de kanker ben afgekeurd om te werken, heb ik alle tijd om op mijn kleinkinderen te passen. Iets waar ik erg van geniet. Zoals Johan Cruijff al zei: elk nadeel heb z’n voordeel!”
"Je moet niet te veel stilstaan bij de negatieve dingen, want dan heb je geen leven meer"
Altijd tasje met stomamaterialen mee
“Tuurlijk, een stoma is heus niet altijd feest. Door allerlei virussen heb ik geregeld diarree gehad. Geloof me, dat is geen pretje. De laatste keer had ik het zo erg dat ik in een paar dagen tijd 8 kilo was afgevallen. Nu konden er wel een paar kilootjes af, maar gezond is het natuurlijk niet. Verder merk ik dat ik tegenwoordig veel sneller moe ben. Ik moet dan ook vaker rusten. En de deur uitgaan, dat kan niet zonder een tasje met stomamateriaal. Maar dat went, net als een stoma zelf.”
Stoma is niet vies
“Ik ben dan wel gewend aan mijn stoma, maar dat geldt niet voor iedereen. Ik merk dat veel mensen er bang voor zijn. Niet eens het woord uit durven te spreken, alsof het iets ‘vies’ is. Terwijl een stoma juist een mooi ding is, het helpt je! Jammer genoeg wordt dat niet altijd zo gezien. Ik hoor nog vaak genoeg dat mensen niet eens de sauna in kunnen, omdat ze een zakje op hun buik hebben. Dan denk ik echt: waar slaat dat op? Ik vind echt dat een stoma de normaalste zaak van de wereld behoort te zijn. Mijn oudste kleinzoon pakte laatst een ballon op en legde die op zijn buik. ‘Kijk, nu heb ik net als opa een zakje op mijn buik.’ Prachtig toch – en zo zou het toch ook moeten zijn?”
Blijf vragen stellen
“Mijn tip voor andere stomagebruikers? Zie je stoma als een oplossing, niet als een probleem. En vooral: blijf vragen en onderzoeken wat bij jou past, wat werkt en wat niet. Bel je stomaverpleegkundige van het ziekenhuis of die van je leverancier helemaal suf als je gedoe hebt met je plak of zakjes. Zodat je weet wat bij jou past. Wees onderzoekend, probeer dingen uit. Je kunt nooit genoeg vragen stellen!”