Fotocredit: Vincent Boon

Elke straat en elke stoep is scheef!


16 april 2018


Zodra het mogelijk is, gaat een groep revalidanten van Revalidatiecentrum De Hoogstraat onder begeleiding de stad in om ‘de echte wereld’ weer even te ervaren. We liepen een dagje mee met revalidant Roeland en sporttherapeut Martijn Schrooten. 

Hoe neem je een drempel met een rollator, waar zit jouw beperking met een dwarslaesie, wat wil je kunnen om weer zelfstandig te kunnen leven? Dat zijn de uitdagingen die de revalidanten vooraf voor zichzelf moeten formuleren. Onder begeleiding van een fysiotherapeut, sporttherapeut, psycholoog en verpleging gaat de groep op stap.

Roeland: “Ik was zenuwachtig. Ik was nog niet eerder alleen naar buiten geweest, in het verkeer, onder de mensen. Ik loop met krukken en moet handigheidjes bedenken om zelfstandig deuren te kunnen open of te kunnen afrekenen. Mijn rechterarm en rechterbeen doen namelijk niet meer vanzelf wat ik wil, ik moet ze steeds in de gaten houden. Dat valt niet altijd mee. Zodra mijn aandacht verslapt, laat ik onbewust mijn arm hangen of zak ik door mijn been. Ga dan maar eens in balans stil staan, met in je rechterhand een kruk en tegelijkertijd met je linkerhand een deur openen. De wandeltocht naar de stad kostte dan ook heel veel energie. Te veel. Ik ben met Martijn vroegtijdig gestrand bij een koffietentje.”
Martijn: “De revalidant bedenkt zelf wat ’ie wil oefenen: in de bus stappen, pinnen, een roltrap nemen, ergens koffie drinken...? Voorheen stapten ze gewoon op de fiets om naar de stad te gaan, nu moeten ze zich voorbereiden. Dat is een groot verschil.”

Roeland: “Op 2 november werd ik wakker met een dof gevoel in mijn rechterarm en -been. Het voelde alsof er een zenuw klem zat, maar de huisarts vertrouwde het niet en stuurde me door naar het ziekenhuis. Er werden foto’s gemaakt, een MRI-scan, men dacht aan een herseninfarct, maar er werd niets gevonden. Uiteindelijk bleek het een cavernoom (vaatmisvorming) te zijn. Die is operatief verwijderd, maar ik heb er wel een dwarslaesie C2 type D aan overgehouden. Ik kan mijn rechterarm en -been nog wel bewegen, maar moet ze heel bewust aansturen. Ik moet met mijn ogen checken wat mijn arm of been doet. Dat kost enorm veel energie. Acht weken lang lag ik op bed en kon niks. Mijn lichaam was volledig verslapt. Dat ben ik nu weer aan het opbouwen. Ik leef nu met de grote onzekerheid dat ik geen idee heb hoe dit gaat eindigen. Gelukkig ben ik een rasoptimist!”
Martijn: “Elke stoep en elke straat in Utrecht is scheef! En veel winkels en restaurants zijn niet berekend op rolstoelers en rollators. Dat merkte Roeland toen we koffie gingen drinken. Helling op, deur openen, door de klapdeuren met een rollator, afrekenen, niets gaat meer vanzelf. Confronterend, maar heel leerzaam. En het is Roeland gelukt, dat wel!” 

Roeland: “Het leek me vooraf een beetje eng om intern te revalideren in De Hoogstraat met al die dwarslaesiepatiënten. En het klinkt raar, maar ik heb echt een leuke tijd gehad. Het leidt een beetje af: ik heb pech gehad, maar zij hebben ook pech gehad. We kunnen samen erg lachen, maken onderling gehandicaptengrapjes. Volgens De Hoogstraat ben ik spectaculair vooruitgegaan. Nu is het belangrijk om dicht bij het moment te blijven, het per dag te bekijken, niet te ver vooruitkijken. Mijn doel is mijn vrijheid terugkrijgen: weer auto kunnen rijden, werken - ik werkte als IT-consultant - en zelf het huishouden runnen. En dat begint met veel oefenen.”
Martijn: “De sfeer is heel positief. De revalidanten zitten in hetzelfde schuitje, dat schept een band. Het doel is om iedereen zo zelfredzaam mogelijk te krijgen. Het is heel belangrijk om de dingen zelf te ervaren op zo’n dag. Een stoeprandje op, een lunchroom in gaan, met pin afrekenen, het lijkt allemaal heel simpel, maar dat is het vaak niet. Na zo’n dag weet je wat je in het dagelijks leven kunt tegenkomen en wat je verder kunt oefenen.”